woensdag 3 februari 2010

Paai Paal


Ze groeide op in een volkswijk in een grote stad in Nederland. Ze sprong touwtje op de pleintjes, had een boterbon verloren in de oorlog waar ze nog steeds in geuren en kleuren over kon vertellen. Ze werkte jaren als schoonmaakster bij een ministerie van belangrijke zaken. Ze verloor haar man op zee. Ze had twee kinderen; Jacob (Sjaak) en Juliana (Juul).
Ze werd al vroeg weduwe maar ondaks haar verdriet wist ze zichzelf goed staande te houden ze zong in het koor in de buurt en ze maakte vrijwillig gehaktballen op zaterdag voor de jongens van de voetbalclub uit de straat. Kinderen in de buurt noemden haar Oma, die naam droeg ze met trots. Ze was altijd arm maar trots op haar buurt en haar buurt was trots op haar. Iedereen groette haar en ze beantwoorde dat altijd met een glimlach of een gezellig praatje. Ze deed boodschappen nog bij de groenteboer en de slager maar ging ook naar de spar voor biscuitjes, thee en vooral rozijntjes want die vonden haar kleinkinderen zo lekker.
Als jongens uit de buurt een voetbal tegen haar deur schopten deed ze net alsof ze boos was; maar ze wist wel beter, ze kende hun ouders en die waren vroeger ook van die rekels.
Maar de tijd bleef door gaan. Er kwamen eerst 'junkies' in de buurt. Daar liep ze hoofdschuddend langs en stuurde samen met Joop van de slager en Harm van om de hoek een brief naar de gemeente waarin ze te kennen gaven dat ze van mening waren dat je dit soort mensen toch niet op straat kon laten hangen.
Daarna werd de buurtkroeg dat tevens dienst deed als snackbar en verenigingsgebouw gesloten omdat de nieuwbakken buren (een jong stel van buiten) klachten hadden over geluids- en stankoverlast. Joop van de slager werd te oud voor de zaak en zijn zoon ging studeren in Leiden en wilde de zaak niet overnemen. Een surinaamse familie nam de zaak over om daar 'surinaamse dingen' te verkopen. Daarna ging het vlug. Mensen werden oud en overleden. De wijk werd gerenoveerd en verviel weer, vrienden overleden, winkels sloten.
Uiteindelijk woonde ze op 86 jarige leeftijd in een zogenaamde Vogelaarwijk vol met allemaal mensen uit allerlei landen die ze niet kende, die ze niet begreep.

We zijn nu in 2010
Ze loopt naar de supermarkt, ze eet elke dag kapucijners of 'raasdonders', zoals ze het zelf noemt, met zelfgemaakte appelmoes. Ze spaart punten bij de supermarkt want 2 keer per jaar komen de kleinkinderen als ze tijd hebben. En dan wil ze wat lekkers in huis hebben.
Elk jaar stuurt ze kerstkaarten. Ze krijgt zelf nooit meer een. De laatste keer dat ze een kaart kreeg was een rouwkaart dat Harm van om de hoek was overleden in een verzorgingshuis.
Ze werd laatst uitgescholden op straat door een buitenlander.
Ze is daardoor helemaal van de kaart.
Ze is op een cursus gegaan en heeft nu internet. Dat is leuk want nu kan ze met de kinderen en de kleinkinderen praten.
Ze heeft 200,- gestort op Wilders. Want die wil haar buurt weer het oude maken. De kleinkinderen komen dit jaar waarschijnlijk toch niet meer.

Wilders komt net terug uit de VS waar hij heeft gesproken met rijke amerikaanse bejaarden. Entree 1300 dollar (en dit is niet fictief)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten